Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • S-Klasse
  • Sedan
  • 03/2022
app store google play
X

Printen
Gelijkstroom-opladen starten (mode 4)
GEVAAR Levensgevaar bij het opladen met een beschadigde contactdoos

Het opladen gebeurt met een hoge spanning.

Wanneer de laadkabel, de voertuigstekkerdoos of de netcontactdoos beschadigd is, kunt u een stroomstoot krijgen.

Alleen een onbeschadigde laadkabel gebruiken.
Mechanische beschadigingen, bijvoorbeeld door platdrukken, knikken en er overheen rijden, vermijden.
Een beschadigde voertuigstekkerdoos direct bij een gekwalificeerde werkplaats laten vervangen.
De laadkabel nooit in een beschadigde voertuigstekkerdoos steken.
AANWIJZING Schade door oververhitting van laadkabel en laadkabelstekker

De laadkabel en de laadkabelstekker kunnen tijdens het opladen binnen de toegestane grenswaarden warm worden.

De toegestane grenswaarden worden door de volgende factoren beïnvloed:
  • De stroomvoorziening van het stroomnet en de laadkabel zijn intact.

  • De aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van de laadkabel en het bedieningselement op de laadkabel zijn in acht genomen.

Wanneer de laadkabel of de laadkabelstekker te warm wordt, de stroomvoorziening van het stroomnet laten controleren.
AANWIJZING Beschadiging of vervuiling van de voertuigstekkerdoos bij geopende contactdoosklep
Als er geen laadkabel is aangesloten, het contactdoosdeksel en de contactdoosklep altijd gesloten houden. Deze beschermen de voertuigstekkerdoos tegen vervuiling en beschadiging.
Vóór het sluiten van de contactdoosklep controleren, of het contactdoosdeksel correct gesloten is. Anders kunnen beschadigingen optreden en kan de contactdoosklep niet meer worden geopend.
AANWIJZING Beschadiging van de voertuigstekkerdoos of de laadkabelstekker bij niet deskundig gebruik

De laadkabelstekker niet met overmatige kracht (maximaal 300 N) tot de aanslag in de voertuigstekkerdoos steken. Anders kunt u de voertuigstekkerdoos, de laadkabelstekker of de contacten beschadigen.

Bij verhoogde weerstand de laadkabelstekker uit de contactdoos trekken en opnieuw aansluiten.
Voorwaarden
  • De transmissie staat in de stand .

  • De auto is ontgrendeld of de afstand van de sleutel tot de auto is niet groter dan 1 m.

  • De auto is niet ingeschakeld. De melding op het bestuurdersdisplay is uit.

  • De laadkabel staat niet onder trekspanning.

Afhankelijk van de exportuitvoering is de auto uitgerust met een van de volgende voertuigstekkerdozen.

Voertuigstekkerdoos Combo 1
Voertuigstekkerdoos Combo 2
De contactdoosklep midden achterop indrukken en de contactdoosklep naar voren openklappen.

Het controlelampje en de bovenste statusindicatie branden wit.

De contactdoosklep kan ook via het multimediasysteem worden geopend meer.

Wanneer de auto is ingeschakeld (melding op het bestuurdersdisplay aan), kan de contactdoosklep niet worden geopend.

De sluiting naar rechts drukken en het contactdoosdeksel openklappen.

Voor de CCS-laadkabelstekker zijn de aansluitingen en nodig. Daarom beide delen van het contactdoosdeksel openen .

De CCS-laadkabelstekker tot de aanslag in de voertuigstekkerdoos steken.

Erop letten dat de aangesloten laadkabel niet op trekspanning wordt belast.

Het controlelampje en de onder statusindicatie knipperen oranje en, zodra de hoogspanningsaccu wordt opgeladen, groen.

Wanneer de laadindicatie voor de sfeerverlichting geactiveerd is, brandt de sfeerverlichting circa 30 seconden, net als het controlelampje meer.

Wanneer de laadkabel op de auto is aangesloten, kan de auto niet worden ingeschakeld en niet worden bewogen.

Bij het begin van het opladen wordt op het bestuurdersdisplay de laadtoestandweergave met een laadprognose weergegeven. De laadprognose is het tijdstip waarop de hoogspanningsaccu volledig is opgeladen.

Tijdens het opladen kunnen, afhankelijk van de temperatuur, de ventilator en het accukoelsysteem hoorbaar inschakelen.

Wanneer de auto gedurende langere standtijden op het stroomnet is aangesloten, wordt de hoogspanningsaccu automatisch opgeladen wanneer dat nodig is of wanneer elektrische verbruikers (bijvoorbeeld de klimaatregeling vooraf) worden geactiveerd.