Als tijdens het rijden de geheugenfunctie aan bestuurderszijde wordt gebruikt, kan door de instelbewegingen de controle over de auto worden verloren.
Wanneer de geheugenfunctie de stoel instelt, kunt u of kunnen andere inzittenden – in het bijzonder kinderen – bekneld raken.
De instelling wordt onderbroken.
Wanneer kinderen de geheugenfunctie activeren, kunnen deze bekneld raken, in het bijzonder wanneer ze zonder toezicht zijn.
De geheugenfunctie kan worden gebruikt wanneer het voertuig is uitgeschakeld.
Wanneer de stoel vanuit de ligstand in een opgeslagen stoelpositie wordt bewogen, kan deze andere onderdelen van het voertuig raken.
Daardoor kan de stoel worden beschadigd.
Met de geheugenfunctie kunnen stoelinstellingen worden opgeslagen en opgeroepen voor maximaal drie personen. Op een geheugenplaats worden het zitvlak-, leuning- en hoofdsteunpositie van de stoel opgeslagen.
Er klinkt een geluidssignaal. De instellingen zijn opgeslagen.