Het voertuig werd parallel aan de rijrichting met de actieve parkeerassistent ingeparkeerd.
De begrenzing van de parkeerplek voor en achter moet hoog genoeg zijn, een stoeprand is bijvoorbeeld niet voldoende.
De begrenzing van de parkeerplek mag niet te breed zijn. Het voertuig kan maximaal in een hoek van 45° ten opzichte van de uitgangspositie in de parkeerplek worden gemanoeuvreerd.
Er moet ten minste een manoeuvreerafstand van 1 m aanwezig zijn.
In acht nemen dat u tijdens de gehele parkeerprocedure verantwoordelijk bent voor het voertuig en de omgeving.
De auto beweegt bij het in‑ en uitparkeren opzij en kan daarbij ook op de andere rijstrook komen.
Daardoor kunt u in botsing komen met andere weggebruikers of objecten.
Het display in het combi-instrument toont de melding Parkeerassist. starten?Ja: OKNee: en de positie van de parkeerplek.
Het display in het combi-instrument toont de melding Parkeerassistent actief Gas geven en remmenOp omgeving letten.
Wanneer een voertuig de achterste begrenzing van de parkeerplek nadert, kan de actieve parkeerassistent het voertuig tot stilstand afremmen.
In kleine parkeerplekken kan het nu nodig zijn te manoeuvreren. Daarbij de meldingen op het display van het combi-instrument in acht nemen.
Na beëindiging van het parkeren verschijnt de melding Actieve parkeerassistent beëindigd en klinkt een geluidssignaal. De actieve parkeerassistent ondersteunt u nu niet meer met stuur- en remingrepen.
De parkeerhulp van de actieve parkeerassistent is beëindigd. U moet dan direct zelf sturen en in het stromende verkeer invoegen. De PARKTRONIC is nog steeds beschikbaar.