Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • eVito
  • 10/2021
app store google play
X

Printen
Met de actieve parkeerassistent inparkeren
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door onvoldoende beveiliging tegen wegrollen bij het verlaten van het voertuig
Als het voertuig alleen door de actieve parkeerassistent wordt afgeremd wanneer u de bestuurdersstoel verlaat, kan het in de volgende situaties wegrollen:
  • Wanneer er een storing optreedt in het systeem of in de spanningsvoorziening.

  • Wanneer de elektronica in de motorruimte, de accu of de zekeringen worden gemanipuleerd.

  • Wanneer de accukabels worden losgemaakt

  • Wanneer gas wordt gegeven, bijvoorbeeld door een inzittende.

Het voertuig altijd beveiligen tegen wegrollen voordat u de chauffeursstoel verlaat.
Het voertuig veilig tot stilstand brengen, zolang de gewenste parkeerplek door het parkeersymbool met de pijl wordt weergegeven.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door opzij bewegen van de auto bij het in- en uitparkeren

De auto beweegt bij het in‑ en uitparkeren opzij en kan daarbij ook op de andere rijstrook komen.

Daardoor kunt u in botsing komen met andere weggebruikers of objecten.

Op andere verkeersdeelnemers en objecten letten.
Eventueel stoppen of de parkeerprocedure met de parkeer-pilot afbreken.
De transmissie in de stand zetten.

Het display in het combi-instrument toont de melding Parkeerassist. starten?Ja: OKNee: en de positie van de parkeerplek.

Procedure annuleren:
De stuurwieltoets indrukken of wegrijden.
of
Inparkeren met actieve parkeerhulp:
De stuurwieltoets indrukken.

Het display in het combi-instrument toont de melding Parkeerassistent actief Gas geven en remmenOp omgeving letten.

Het stuurwiel loslaten.
Achteruitrijden en hierbij altijd klaar zijn om direct te kunnen remmen. Bij het achteruitrijden langzaam en niet sneller dan 10 km/h rijden. Anders wordt de parkeerhulp afgebroken en de actieve parkeerassistent beëindigd.

Wanneer een voertuig de achterste begrenzing van de parkeerplek nadert, kan de actieve parkeerassistent het voertuig tot stilstand afremmen.

Bij de achterste begrenzing van de parkeerplek stoppen. Uiterlijk stoppen wanneer het ononderbroken waarschuwingssignaal van de PARKTRONIC klinkt.

In kleine parkeerplekken kan het nu nodig zijn te manoeuvreren. Daarbij de meldingen op het display van het combi-instrument in acht nemen.

Na beëindiging van het parkeren verschijnt de melding Actieve parkeerassistent beëindigd en klinkt een geluidssignaal. De actieve parkeerassistent ondersteunt u nu niet meer met stuur- en remingrepen.