Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • eVito
  • 10/2021
app store google play
X

Printen
Werking van het veiligheidssysteem bij een ongeval
De werking van het veiligheidssysteem is afhankelijk van de bepaalde zwaarte van de botsing en de verwachte aard van het ongeval:
  • Frontale aanrijding

  • Aanrijding van achteren

  • Aanrijding van opzij

  • Kantelen of over de kop slaan

De activeringsdrempels voor de componenten van het veiligheidssysteem worden bepaald door het evalueren van de sensorwaarden die op verschillende plaatsen in het voertuig worden gemeten. Dit proces heeft een anticiperend karakter. De activering van de componenten van het veiligheidssysteem moet tijdig, aan het begin van het ongeval, plaatsvinden.

Factoren die pas na de aanrijding zichtbaar of meetbaar zijn, hebben geen invloed op de airbagactivering. Ze geven daarvoor ook geen indicatie.

Het voertuig kan behoorlijk worden vervormd zonder dat een airbag wordt geactiveerd. Dit is het geval als alleen relatief gemakkelijk vervormbare delen worden geraakt en geen grote vertraging van het voertuig wordt gehaald. Omgekeerd kan een airbag worden geactiveerd, hoewel het voertuig slechts gering vervormd is. Wanneer bijvoorbeeld zeer stijve onderdelen van het voertuig, zoals langsdragers, worden getroffen, kan de vertraging van het voertuig daardoor groot genoeg zijn.

Afhankelijk van de herkende activeringssituatie kunnen de componenten van het veiligheidssysteem onafhankelijk van elkaar worden geactiveerd:
  • Gordelspanner: Frontale aanrijding, aanrijding van achteren, aanrijding van opzij, kantelen, over de kop slaan

  • Chauffeursairbag, bijrijdersairbag: Frontale aanrijding

  • Sidebag: Aanrijding van opzij

  • Windowbag: Aanrijding van opzij, omvallen, over de kop slaan, frontale aanrijding

Alleen als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd is, kan de bijrijdersairbag bij een ongeval worden geactiveerd. Bij een bezette bijrijdersstoel voor en ook tijdens het rijden de correcte status van de bijrijdersairbag controleren meer.

WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden door hete delen van de airbag

Na het activeren van een airbag zijn de delen van de airbag heet.

De delen van de airbag niet aanraken.
Een geactiveerde airbag direct bij een gekwalificeerde werkplaats laten vervangen.

Mercedes-Benz adviseert om het voertuig na een ongeval naar een gekwalificeerde werkplaats te laten slepen. Dit advies in het bijzonder opvolgen nadat een gordelspanner of airbag is geactiveerd.

Wanneer een gordelspanner of airbag wordt geactiveerd, hoort u een knal en kan er poederstof vrijkomen:
  • De knal heeft over het algemeen geen negatieve gevolgen voor het gehoor.

  • Het vrijkomende poederstof is in het algemeen niet schadelijk voor de gezondheid, maar kan bij personen met astma of ademhalingsmoeilijkheden kortstondige ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken.

    Zodra u zonder gevaar kunt uitstappen, moet u het voertuig direct verlaten of een ruit openen om ademhalingsmoeilijkheden te voorkomen.