Bij ingeschakeld voertuig gaat het waarschuwingslampje veiligheidssysteem niet branden.
Tijdens het rijden gaat het waarschuwingslampje veiligheidssysteem continu of herhaaldelijk branden.
Onderdelen van het veiligheidssysteem kunnen onbedoeld worden geactiveerd of bij een ongeval niet zoals bedoeld worden geactiveerd. Bij een ongeval kan het hoogspanningsboordnet mogelijk niet zoals bedoeld worden uitgeschakeld.
Als beschadigde onderdelen van het hoogspanningsboordnet worden aangeraakt, kunt u een stroomstoot krijgen.