Wanneer personen – in het bijzonder kinderen – langdurig aan hoge of lage temperaturen worden blootgesteld, bestaat gevaar voor letsel of zelfs levensgevaar!
Het voertuig is uitgeschakeld.
Het interieur kan, bijvoorbeeld tijdens een ritonderbreking, tot 30 minuten verder worden verwarmd of gekoeld.
De voorgeschreven temperatuur voor de klimaatregeling vooraf komt overeen met de laatst ingestelde temperatuur in de bedieningseenheid van de klimaatregeling.
Het rode of het blauwe controlelampje in de toets gaat branden of dooft.
Blauw: Koelen is ingeschakeld.
Rood: Verwarmen is ingeschakeld.
Geel: Vertrektijd is voorgeselecteerd.