Het klimaatregelsysteem is ingeschakeld.
Voertuigen met klimaatregeling achterin: De ingestelde stand wordt ook voor achterin overgenomen.
Het display van de bedieningseenheid toont de aanjagerstanden als staafdiagram.
Voertuigen met klimaatregeling achterin: Om de luchthoeveelheid voor achterin in te stellen, de toets indrukken. Wanneer het controlelampje in de toets knippert, kan de luchthoeveelheid worden ingesteld.