Met de volgende instellingen kan de voorruit worden ontwasemd of de condens aan de binnenzijde van de voorruit en de voorste zijruiten worden verwijderd.
Wanneer de functie "Voorruit ontwasemen" is ingeschakeld, wordt een verlaging van het verwarmings- en airconditioningsvermogen automatisch geannuleerd.
De functie "Voorruit ontwasemen" uitschakelen, zodra de voorruit ontwasemd is.
Voertuigen met THERMOTRONIC: Wanneer het voertuig condens op de ruiten herkent, wordt de functie automatisch ingeschakeld.
Temperatuur, luchthoeveelheid en luchtverdeling worden automatisch geregeld. De luchtrecirculatie wordt uitgeschakeld.
Als de automatische stand wordt ingeschakeld, schakelt de functie "Voorruit ontwasemen" automatisch uit.
Als u de functie "Voorruit ontwasemen" uitschakelt, zijn de vorige instellingen van de automatische airconditioning weer van kracht.
De luchtrecirculatie blijft uitgeschakeld.
Als de A/C-functie automatisch is geactiveerd, blijft deze actief.