Als de krik niet correct bij de betreffende kriksteunpunten wordt geplaatst, kan de krik kantelen als de auto omhoog is gebracht.
Op hellingen kan de krik kantelen als het voertuig is opgekrikt.
Wanneer u de krik niet op de daarvoor bedoelde kriksteunpunten aanbrengt, kunt u uw auto beschadigen.
Er bevinden zich geen personen in het voertuig.
Het voertuig is voorbereid voor het verwisselen van een wiel meer.
Alleen de voertuigspecifieke, door Mercedes-Benz gecontroleerde en goedgekeurde krik gebruiken voor het opkrikken van het voertuig. Bij niet deskundig gebruik van de krik kan de krik kantelen wanneer het voertuig is opgekrikt.
De krik is uitsluitend geschikt voor het kortstondig opkrikken van het voertuig en niet voor onderhoudswerkzaamheden onder het voertuig.
Het verwisselen van een wiel op hellingen vermijden.
De ondergrond waar de krik op rust moet stevig, vlak en stroef zijn. Indien nodig een grote, vlakke, stevige en stroeve ondergrond gebruiken.
De voet van de krik moet zich loodrecht onder het kriksteunpunt bevinden.
Nooit handen of voeten onder het voertuig houden.
Nooit onder het voertuig gaan liggen.
Het voertuig niet starten en de parkeerrem niet vrijzetten.
Geen deuren openen of sluiten.
De kriksteunpunten 
(rubber doppen) bevinden zich achter de voorste wielkuipen en voor de achterste wielkuipen.
onder het betreffende kriksteunpunt zetten. 
zo lang draaien tot de schotel van de krik stevig tegen het kriksteunpunt aanligt. zich loodrecht onder het kriksteunpunt bevindt. 
en de ratel 
uit het boordgereedschap in elkaar zetten. en de ratel zodanig op het zeskant van de krik steken, dat de tekst AUF/UP zichtbaar is. zo lang in de richting AUF/UP draaien, tot de band maximaal 3 cm van de bodem is verwijderd. Daarbij kan de krik zich op een van de kriksteunvlakken aan de zijkant bewegen.