Het klimaatregelsysteem is ingeschakeld meer.
In de automatische stand van de automatische airconditioning THERMOTRONIC wordt de ingestelde temperatuur automatisch constant gehouden. De temperatuur van de uitstromende lucht, de luchthoeveelheid en de luchtverdeling worden automatisch aangepast.
De automatische stand kan alleen in het 1e menuniveau voor instellingen van de automatische airconditioning worden in- of uitgeschakeld. Als in het 2e menuniveau voor instellingen van de klimaatregeling achterin circa tien seconden geen instellingen worden doorgevoerd, toont het display van de bedieningseenheid opnieuw het 1e menuniveau.
Als het controlelampje van de toets brandt, is de automatische stand ingeschakeld. De luchthoeveelheid en luchtverdeling worden automatisch geregeld. De functie "Voorruit ontwasemen" wordt uitgeschakeld.
Wanneer de automatische stand wordt uitgeschakeld, handhaaft de automatische airconditioning de actuele instellingen.
Wanneer in de automatische stand de luchthoeveelheid of de luchtverdeling handmatig wordt gewijzigd, dooft het controlelampje van de toets . De functie, die niet handmatig gewijzigd is, wordt echter nog steeds automatisch geregeld.