Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is of geen voldoende ventilatie mogelijk is, kunnen giftige uitlaatgassen, in het bijzonder koolmonoxide, in de auto binnendringen. Dat is bijvoorbeeld in gesloten ruimtes het geval, of als de auto in de sneeuw vastzit.
Brandbaar materiaal, bijvoorbeeld bladeren, gras of takken, kunnen ontsteken.
De bijverwarmer kan te heet worden en daardoor uitschakelen als de stroom warme lucht wordt geblokkeerd.
Het gebruik van de standverwarming-ventilatie belast de accu.
De schakelklok schakelt na tien seconden in de ruststand. Het display dooft.
Als de schakelklok in de ruststand schakelt, gaan niet opgeslagen instellingen verloren.
Als de extra verwarming na een storing de eerste keer wordt ingeschakeld, de dag van de week en de tijd opnieuw instellen.
Informatie over storingen vindt u bij "Problemen met de extra luchtverwarming".
In de programmakolom knippert de geselecteerde dag van de week.
De geselecteerde dag van de week is opgeslagen.
De uren van de tijdsweergave knipperen.
De tijd is opgeslagen. De programmakolom verdwijnt en in het weergaveveld knippert de bedrijfsduur.
De in te stellen bedrijfsduur is de standaardinstelling voor de directe verwarming. De bedrijfsduur kan worden ingesteld tussen 10 en 120 minuten of op continue werking.
De bedrijfsduur is opgeslagen en in het weergaveveld wordt de tijd weergegeven.
De verwarmingsstand kan traploos tussen 10 en 30 worden ingesteld.
De verwarmingsstand komt overeen met een voorkeuzetemperatuur voor het interieur. Dit is een voorgeschreven waarde en kan afhankelijk van de omgevingstemperatuur afwijken van de daadwerkelijke interieurtemperatuur.
In het weergaveveld knippert de verwarmingsstand.
In het weergaveveld wordt het symbool weergegeven en knippert de bedrijfsduur.
In het weergaveveld wordt de temperatuurinstelling weergegeven.
In het weergaveveld verdwijnt het symbool .
De extra verwarming draait circa drie minuten na en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
De voorselectieverwarming is alleen beschikbaar bij voertuigen die niet zijn bestemd voor het transport van gevaarlijke stoffen.
Met de schakelklok kunnen drie voorkeuzetijden worden ingesteld.
Bij de instelling erop letten dat de voorkeuzetijd niet overeenkomt met het inschakeltijdstip, maar met het uitschakeltijdstip of de vertrektijd. De extra verwarming start automatisch vroeger, met een tijdsduur die aansluit bij de ingestelde bedrijfsduur.
Als identieke voorkeuzetijden (tijd en dag) in de voorkeuzegeheugens worden ingesteld, wordt alleen het laatst ingestelde voorkeuzegeheugen opgeslagen.
Als de extra verwarming na een storing of spanningsonderbreking de eerste keer wordt ingeschakeld, de voorkeuzetijden opnieuw instellen.
In de programmakolom worden de nummers van de voorkeuzegeheugens weergegeven. Het geselecteerde voorkeuzegeheugen knippert.
Het voorkeuzegeheugen is geselecteerd. De dagen van de week worden weergegeven.
De voorkeuzetijd is opgeslagen. De Programmakolom verdwijnt. In het weergaveveld worden de melding on en het symbool weergegeven.
In het weergaveveld knippert de bedrijfsduur.
De bedrijfsduur voor de voorkeuzetijd is opgeslagen. De tijd en het nummer van het ingestelde voorkeuzegeheugen worden weergegeven.
Een onderliggend streepje markeert het voorkeuzegeheugen dat als eerstvolgende in de tijdsvolgorde wordt geactiveerd. Bovendien wordt de ingestelde dag van de week weergegeven.
De voorkeuzetijd is gedeactiveerd en in het weergaveveld wordt de tijd weergegeven.