De auto kan niet meer worden bestuurd wanneer het stuurslot vergrendeld is.
Het sleepoog breekt af.
De combinatie kan gaan slingeren en zelfs kantelen.
Door te snel of te ver slepen kan de aandrijflijn beschadigd raken.
Door abrupt wegrijden kunnen te hoge trekkrachten de voertuigen beschadigen.
Het contact kan niet worden ingeschakeld.
De elektrische parkeerrem kan niet worden vrijgezet of bediend.
De transmissie kan niet in de stand worden gezet.
Door abrupt wegrijden kunnen te hoge trekkrachten de voertuigen beschadigen.
Het lostrekken van een voertuig dat met de aangedreven wielen in een losse of modderige ondergrond is vastgereden, moet met de grootste voorzichtigheid plaatsvinden. Vooral als het voertuig is beladen.