Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar.
De auto is ontgrendeld.
De ruitensproeiervloeistofvulklep wordt geopend.
Wanneer de ruitenwissers in beweging komen bij het vervangen van de ruitenwisserbladen, kunt u door de ruitenwisserarm bekneld raken
De ruitenwisserarmen gaan naar de vervangingsstand.
De ruitenwisserarmen gaan terug naar de uitgangspositie.
De toestand van de ruitenwisserbladen regelmatig controleren en deze vervangen bij zichtbare beschadigingen of blijvende streepvorming.
Bij de punt van het blad van het nieuwe ruitenwisserblad bevindt zich een onderhoudsindicatie.
Wanneer de kleur van de onderhoudsindicatie verandert van zwart naar geel, moeten de ruitenwisserbladen worden vervangen.
Nadat de auto is gewassen, hebben de remmen een verminderde remwerking.
Active Brake Assist System
Actieve afstandsassistent DISTRONIC
HOLD-functie
Actieve parkeerassistent
Om schade aan de auto te vermijden, deze systemen in de volgende of vergelijkbare situaties uitschakelen:
De actieve afstandsassistent DISTRONIC is uitgeschakeld.
De HOLD-functie is uitgeschakeld.
De 360°-camera of de achteruitrijcamera is uitgeschakeld.
De auto is vergrendeld en de portiergrepen zijn ingeschoven.
De zijruiten en het schuifdak zijn volledig gesloten.
De buitenspiegels zijn ingeklapt.
De aanjager van de ventilatie en de verwarming is uitgeschakeld.
De schakelaar van de ruitenwissers staat in de stand .
De sleutel is ten minste 6 m van de auto verwijderd. Anders kan de achterklep of een portier onbedoeld opengaan.
Bij wasstraten met sleepinstallatie:
De neutraalstand is ingeschakeld.
De auto is van binnenuit vergrendeld.
Geen handbewegingen maken in de omgeving van het bedieningspaneel dakconsole of in de instellingen voor de MBUX interieurassistent de optie Schuifdak en rolzonnescherm deactiveren meer.
Door na het auto wassen de wax van de voorruit en de ruitenwisserrubbers te verwijderen, wordt streepvorming voorkomen en worden wisgeluiden gereduceerd.
In de wasstraatmodus is de auto voorbereid voor het binnenrijden van een wasstraat. De wasstraatmodus kan tot een snelheid van 20 km/h worden geactiveerd meer.
Om het automatisch in werking treden van de ruitensproeierinstallatie te voorkomen, wordt de regensensor gedeactiveerd.
De automatische portieren worden gedeactiveerd.
Het automatisch openen van de portiergrepen wordt gedeactiveerd.
De PARKTRONIC-parkeerassistent wordt gedeactiveerd.
Auto's met 360°-camera: Na circa acht seconden wordt het frontbeeld weergegeven.
Auto's met HANDS-FREE ACCESS: De Kick-herkenning wordt gedeactiveerd.
Wanneer een van de instellingen niet kan worden uitgevoerd, wordt dit door een achter de betreffende instelling weergegeven.
Het indrukken van Uitschakelen beëindigt de wasstraatmodus. Boven een snelheid van 20 km/h wordt de wasstraatmodus automatisch gedeactiveerd.
De wasstraatmodus kan ook via het MBUX multimediasysteem worden uitgeschakeld meer.
De regensensor wordt geactiveerd.
De automatische portieren worden geactiveerd.
Het automatisch openen van de portiergrepen wordt geactiveerd.
De PARKTRONIC-parkeerassistent wordt naar de daarvoor geselecteerde instelling teruggezet.
Auto's met 360°-camera: Het frontbeeld wordt vanaf een snelheid van 18 km/h uitgeschakeld.
Auto's met HANDS-FREE ACCESS: De Kick-herkenning wordt geactiveerd.