Bij wagenparkvoertuigen is het mogelijk dat het submenu niet beschikbaar is. In dit geval is de maximale laadstroom vooraf ingesteld en kan deze alleen door het wagenparkmanagement worden gewijzigd.
Om het stroomnet te beschermen tegen overbelasting kunt u de maximale laadstroom in de boordcomputer begrenzen.
![](../../assets/images/0f543c96ad1510e8ac190d165aef13d6_1_-----.png)
![](../../assets/images/f47de7f9ad150a8eac190d165aef13d6_1_-----.png)
Het display in het combi-instrument toont de actuele instelling.
![](../../assets/images/eec1681192203b0f354ae3653b581671_1_-----.png)
![](../../assets/images/32fc023292216d17354ae36514d32dc6_1_-----.png)
![](../../assets/images/f47de7f9ad150a8eac190d165aef13d6_1_-----.png)
Bij het opladen van de hoogspanningsaccu (mode 2 en 3) wordt de laadstroom begrensd op de ingestelde stroomsterkte.
Het display in het combi-instrument toont het volgende submenu.
De gekozen instelling blijft ook opgeslagen voor toekomstige laadprocedures.
In acht nemen dat de instelling ook geldt voor het opladen bij een wallbox of een laadstation (mode 3) en dat hierdoor het laadvermogen kan verminderen.
De maximumwaarde en de betreffende instelwaarden van de laadstroom kunnen per land verschillen.
Om veiligheidsredenen alleen laadkabels gebruiken die bij de aflevering van het voertuig zijn meegeleverd, of een originele Mercedes‑Benz laadkabel. Mercedes‑Benz test deze originele laadkabels grondig op de geschiktheid voor het hoogspanningsladen van het voertuig. Koop deze componenten bij een Mercedes‑Benz servicewerkplaats en laat u zich daar adviseren.
Informatie over Mercedes PRO connect meer.