Wanneer voorwerpen niet beveiligd of onvoldoende beveiligd zijn, kunnen ze verschuiven, omvallen of rondslingeren en daardoor inzittenden raken.
Bagage of lading
Uitgebouwde stoelen, die bij uitzondering in het voertuig worden vervoerd.
Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of abrupte veranderingen van richting!
Het zwaartepunt van de lading kan te hoog en/of te ver naar achteren liggen.
Daardoor kunnen de rij‑, stuur‑ en remeigenschappen nadelig worden beïnvloed.
De rij-eigenschappen en het stuur‑ en remgedrag kunnen duidelijk verslechteren. Overbelaste banden kunnen oververhit raken en daardoor klappen.
wegglijden en/of vallen.
het voertuig beschadigen en daardoor vallen.
Het gebruik van de onderste geleider van de schuifdeur als trede kan leiden tot schade aan de bekleding en/of het mechanisme van de schuifdeur.
Wanneer u een dakdrager gebruikt, de maximumdakbelasting en het maximumdraagvermogen van de dakdrager in acht nemen meer.
Het rijgedrag van het voertuig is afhankelijk van de ladingverdeling.
Niet tot boven de bovenzijde van de rugleuningen beladen.
Indien mogelijk de lading altijd in de laadruimte vervoeren.
De lading aan de sjorogen beveiligen en deze gelijkmatig belasten.
Voor de ladingverankering, indien beschikbaar, een scheidingsnet gebruiken meer.
Sjorogen en bevestigingsmaterialen gebruiken die geschikt zijn voor het gewicht en de grootte van de lading.
Bij het gebruik van transporthulpmiddelen de handleiding van de fabrikant en de aanwijzingen met betrekking tot slijtage in acht nemen.
bij ontbrekende of onleesbare keurmerken
bij garenbreuken of beschadigingen aan dragende naden of andere sporen van scheurvorming
bij ponsgaten, vervormingen, knikken of andere beschadigingen
bij beschadigingen aan span- of verbindingselementen
Na een ongeval een beschadigde laadruimtebodem of een beschadigde laadvloer, de sjorogen en de sjormiddelen door een gekwalificeerde werkplaats laten controleren.
Ook wanneer de beladingsrichtlijnen geheel worden opgevolgd, verhoogt de lading het risico op letsel bij ongevallen.
blijvende vervormingen en deuken
sporen van scheurvorming
ponsgaten
Indien nodig de laadruimtebodem reinigen.
Wanneer de laadruimtebodem olie- en stofvrij, droog en bezemschoon is, wordt het verschuiven van de lading bemoeilijkt.
Antislipmatten op de laadruimtebodem leggen.
De bandenspanning controleren en zo nodig corrigeren meer.
Niet de toegestane asbelastingen en het toegestaan totaalgewicht van het voertuig overschrijden.
Door het inbouwen van opties en accessoires neemt het leeggewicht van het voertuig toe. Daardoor verlaagt het maximaal nuttig laadvermogen.
De aanwijzingen voor de verdeling van de lading in acht nemen meer.
De aanwijzingen voor de ladingverankering meer en de wettelijke bepalingen van het land waarin u zich momenteel bevindt in acht nemen.
De informatie over de dragersystemen in acht nemen meer.
Vóór iedere rit en met regelmatige intervallen tijdens een langere rit de bagage- en/of de ladingverankering controleren.
Alle deuren en de achterklep sluiten.
De lichtbundel van de koplampen aanpassen aan de beladingstoestand van het voertuig meer.
De bandenspanning overeenkomstig aanpassen aan de beladingstoestand van het voertuig meer.
Uw rijstijl overeenkomstig aanpassen aan de beladingstoestand.