Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • eVito
  • 10/2021
app store google play
X

Printen
Aanwijzingen met betrekking tot de ladingverankering
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen en letsel bij verkeerd gebruik van de sjorbanden
Het volgende kan gebeuren:
  • Door het overschrijden van de maximale belasting kan het sjoroog loskomen of de sjorband scheuren.

  • De lading kan niet worden tegengehouden.

De lading kan gaan schuiven, omvallen of rondslingeren en inzittenden raken.

Sjorbanden altijd vakkundig tussen de beschreven sjorogen spannen.
Altijd sjorbanden gebruiken, die voor de belasting gemaakt zijn.
AANWIJZING Voertuigschade bij overschrijding van de maximale belastbaarheid van de sjorpunten

Wanneer u voor de ladingverankering verschillende sjorpunten gebruikt, dient u altijd rekening te houden met de maximale belastbaarheid van het zwakste sjorpunt.

Bij bijvoorbeeld een noodstop kunnen krachten optreden, die een veelvoud kunnen zijn van het gewicht van de lading.

Altijd meerdere sjorpunten gebruiken om de krachten te verdelen.
De sjorpunten gelijkmatig belasten.

Bij het gebruik van de sjorband altijd de handleiding of de aanwijzingen van de fabrikant van de sjorband in acht nemen.

Informatie over de maximale belastbaarheid van de sjorpunten vindt u onder "Technische gegevens" in de gedrukte handleiding.

Als chauffeur bent u altijd verantwoordelijk voor het volgende:
  • De lading is beveiligd tegen wegglijden, omvallen, rollen en vallen.

    U dient zowel rekening te houden met gebruikelijke verkeerssituaties als met uitwijkmanoeuvres, noodstops en slechte weggedeelten.

  • De ladingverankering voldoet aan de geldende eisen en regels van de techniek voor ladingverankering.

    Als dit niet het geval is, kan dit, afhankelijk van de wetgever en van de daardoor ontstane gevolgen, strafbaar zijn. Daarom altijd de voorschriften van het betreffende land in acht nemen.

Voor iedere rit en met regelmatige intervallen tijdens een langere rit de ladingverankering controleren. Een verkeerde of onvoldoende ladingverankering corrigeren. Informatie over vakkundige ladingverankering is bijvoorbeeld verkrijgbaar bij de fabrikanten van transporthulpmiddelen of van sjormiddelen voor de ladingverankering.

Ook de aanwijzingen met betrekking tot de beladingsrichtlijnen in acht nemen meer.

Bij de ladingverankering het volgende in acht nemen:
  • Tussenruimtes tussen de lading en de laadbakschotten en wielkasten gelijkmatig opvullen. Hiervoor vormstabiele transporthulpmiddelen, zoals keggen, houten blokken of stootkussens gebruiken.

  • Stabiele lading in alle richtingen vastzetten.

    De sjorpunten of de sjorogen en de geleiderails achter gebruiken.

    Uitsluitend volgens de geldende normen (bijvoorbeeld DIN EN) geteste sjormiddelen, bijvoorbeeld sjornetten en sjorbanden gebruiken. Zo mogelijk altijd de dichtst bij de lading aanwezige sjorpunten gebruiken en scherpe randen afdekken.

Volgens de geldende normen (bijvoorbeeld DIN EN) goedgekeurde sjormiddelen zijn verkrijgbaar bij een vakhandel of bij een gekwalificeerde werkplaats.

Aanwijzing met betrekking tot de sjorpunten en sjorogen op de laadruimtebodem voor de Tourer (voertuigklasse M1)
Sjorhoeken voor een optimale ladingverankering (voorbeeld)
Loodrecht ten opzichte van de laadruimtebodem
Laadruimtebodem
Sjorrichting onder een hoek van 75°
Sjorrichting onder een hoek van 45°

De sjorhoek ligt tussen de laadruimtebodem en de sjormiddelen. Voor een optimale ladingverankering volgens de norm ISO 27955 moet de sjorhoek tussen 45° en 75° liggen. Het maximale trekgewicht van 350 daN voor de sjorogen in de laadruimtebodem of in de geleiderails mag niet worden overschreden.

Aanwijzing met betrekking tot de scheidingswand voor bedrijfswagens (voertuigklasse N1)

Voertuigen die als bedrijfswagen (voertuigklasse N1) zijn goedgekeurd, voldoen zonder scheidingswand niet aan de norm ISO 27956 in de actueel geldende versie. De norm ISO 27956 beschrijft de voorzieningen voor een correcte ladingverankering in bestelwagens. Bij gebruik van het voertuig voor goederenvervoer wordt de montage achteraf van de scheidingswand dringend aanbevolen, omdat een correcte ladingverankering bij voertuigen zonder scheidingswand slechts zeer arbeidsintensief kan worden gerealiseerd.