Reservewiel in- en uitbouwen
Reservewiel achter onder het voertuig uitbouwen
De wielsleutel en het extra gereedschap voor de reservewiellier uit het boordgereedschap nemen meer.
De afdekkap 
met een geschikt voorwerp, bijvoorbeeld een schroevendraaier, voorzichtig opwippen. Daarbij erop letten dat de lak en de afdekkap niet beschadigen.
met een geschikt voorwerp, bijvoorbeeld een schroevendraaier, voorzichtig opwippen. Daarbij erop letten dat de lak en de afdekkap niet beschadigen. 
Het extra gereedschap 
door de opening tot in de geleiding van de reservewiellier schuiven.
door de opening tot in de geleiding van de reservewiellier schuiven. De wielsleutel 
op het extra gereedschap voor de reservewiellier steken.
op het extra gereedschap voor de reservewiellier steken. De wielsleutel zo lang in de richting van de pijl 
draaien, tot een weerstand kan worden gevoeld of tot de slipkoppeling van de reservewiellier doordraait.
zo lang in de richting van de pijl draaien, tot een weerstand kan worden gevoeld of tot de slipkoppeling van de reservewiellier doordraait. Het reservewiel is omlaaggebracht.
Het reservewiel onder het voertuig naar voren trekken.
De kabel 
omlaagdrukken en de veer 
schuin tegen de wielgreep 
zetten.
omlaagdrukken en de veer schuin tegen de wielgreep zetten. De wielgreep is losgemaakt.
De wielgreep uit de velgschotel trekken.
uit de velgschotel trekken. Reservewiel achter onder het voertuig aanbrengen
Lichtmetalen velgen kunnen niet onder het voertuig worden vervoerd. In dat geval de lichtmetalen velg in de laadruimte vervoeren en alleen de kabel omhoogdraaien.
De wielsleutel en het extra gereedschap voor de reservewielheffer uit het boordgereedschap nemen meer.
en het extra gereedschap voor de reservewielheffer uit het boordgereedschap nemen meer. Het wiel met de velgschotel naar boven op de grond leggen.
De wielgreep schuin op de kabel van bovenaf in de velgschotel aanbrengen.
schuin op de kabel van bovenaf in de velgschotel aanbrengen. Het wiel iets onder het voertuig schuiven.
De wielsleutel op het extra gereedschap voor de reservewielheffer steken.
op het extra gereedschap voor de reservewielheffer steken. De wielsleutel in de richting van de pijl 
draaien, tot een weerstand kan worden gevoeld en de slipkoppeling van de reservewiellier met schokken doordraait.
in de richting van de pijl draaien, tot een weerstand kan worden gevoeld en de slipkoppeling van de reservewiellier met schokken doordraait. Het wiel wordt onder het voertuig gespannen.
De wielsleutel en het extra gereedschap voor de reservewielheffer uit de opening voor de reservewiellier trekken.
en het extra gereedschap voor de reservewielheffer uit de opening voor de reservewiellier trekken. De opening voor de reservewiellier met de afdekkap afsluiten.
afsluiten. De wielsleutel en het extra gereedschap voor de reservewielheffer in het boordgereedschap opbergen.
en het extra gereedschap voor de reservewielheffer in het boordgereedschap opbergen.