Als de luchtrecirculatie is ingeschakeld kunnen de ruiten sneller beslaan. De luchtrecirculatie slechts kortstondig inschakelen.
Als het controlelampje in de toets gaat branden, is de luchtrecirculatie ingeschakeld.
Bij buitentemperaturen onder circa 7 °C wordt de luchtrecirculatie na circa vijf minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de luchtrecirculatie is ingeschakeld kunnen de ruiten sneller beslaan. De luchtrecirculatie slechts kortstondig inschakelen.
Als het controlelampje in de toets gaat branden, is de luchtrecirculatie ingeschakeld.
bij hoge buitentemperaturen
tijdens het rijden door een tunnel (alleen voertuigen met automatische airconditioning THERMOTRONIC en navigatie)
Na ongeveer 30 minuten wordt automatisch weer buitenlucht toegevoegd.
bij buitentemperaturen onder circa 7 °C na circa vijf minuten
zonder ingeschakelde functie "koeling met luchtdroging" na circa vijf minuten
bij buitentemperaturen boven circa 7 °C en ingeschakelde functie "koeling met luchtdroging" na circa 30 minuten