Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • EQA
  • SUV
  • 03/2022
app store google play
X

Printen
Dakdrager bevestigen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij overschrijden van de maximumdakbelasting

Het zwaartepunt van de auto en de vertrouwde rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag veranderen.

Wanneer de maximumdakbelasting wordt overschreden, worden de rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag sterk nadelig beïnvloedt.

Beslist de maximumdakbelasting aanhouden en de rijstijl aanpassen.

De maximumdakbelasting vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens" in de gedrukte handleiding.

AANWIJZING Schade aan de auto bij niet in acht nemen van de maximaal toegestane doorrijhoogte

Wanneer de hoogte van de auto de maximaal toegestane doorrijhoogte overschrijdt, kunnen het dak en andere onderdelen van de auto worden beschadigd.

De aangegeven doorrijhoogte in acht nemen.
Wanneer de toegestane doorijhoogte wordt overschreden, niet verder rijden.
De gewijzigde hoogte van de auto bij dakopbouwen in acht nemen.
AANWIJZING Schade aan het panoramaschuifdak door niet goedgekeurde imperial

Wanneer het panoramaschuifdak wordt geopend terwijl een niet voor Mercedes-Benz geteste en goedgekeurde imperial is gemonteerd, kan het panoramaschuifdak door de imperial worden beschadigd.

Het panoramaschuifdak alleen openen als een imperial is gemonteerd die voor Mercedes-Benz is getest en goedgekeurd.

Om het interieur te ventileren, kan het panoramaschuifdak in de kantelstand worden gezet.

Aanwijzingen met betrekking tot het rijden met dakbelasting
  • De belading en de dakbelasting gelijkmatig verdelen en zware voorwerpen zo laag mogelijk leggen. Hiertoe ook de aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen meer.

  • Behoedzaam rijden; abrupt wegrijden, remmen en sturen alsmede snel rijden door bochten vermijden.

  • Bij het vervoeren van lading op het dak en bij een volledig beladen of bezette auto een van de rijprogramma's of selecteren. Deze zijn ontwikkeld met het oog op extra stabiliteit meer.

De dakdrager aan de dakreling bevestigen.
De montagehandleiding van de fabrikant opvolgen.
Rugleuning achterin naar voren klappen
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen

Wanneer een stoel wordt versteld, kunt u of een van de inzittenden ingeklemd raken.

Bij het verstellen van een stoel mogen zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel bevinden; dit controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet vergrendelde achterbank, zitplaats achterin en rugleuning

De achterbank, zitplaatsen achterin en rugleuningen kunnen, ook tijdens het rijden, naar voren klappen.

  • Daardoor wordt de inzittende krachtiger in de veiligheidsgordel gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken.

  • Voorwerpen of bagage in de koffer‑ of bagageruimte kunnen niet door de rugleuning worden tegengehouden.

Vóór iedere rit opletten dat de achterbank, de zitplaats achterin en de rugleuning vergrendeld is.

Als de rugleuningen niet vastgeklikt en vergrendeld zijn, wordt de vergrendelingsindicator rood.

Altijd ervoor zorgen dat alle inzittenden de veiligheidsgordel correct dragen en een juiste zithouding hebben. In het bijzonder bij kinderen moet u daarop letten.

Als u de neergeklapte rugleuning niet meer als laadvloer hoeft te gebruiken, klapt u de rugleuning weer terug.

Voorwaarden
  • Het gebied waar de rugleuning naartoe wordt geklapt is vrij.

  • Om de middelste rugleuning om te klappen: De middelste rugleuning is gedeblokkeerd.

  • De armsteun van de tweede rij zitplaatsen is teruggeklapt en de bekerhouders zijn leeg.

Linker en rechter rugleuning naar voren klappen

De middelste en buitenste rugleuningen kunnen naar voren worden geklapt.

Eventueel de bestuurders- of de passagiersstoel naar voren bewegen.
De hoofdsteunen van de rugleuning eventueel volledig omlaagschuiven meer.
Aan de ontgrendelingshendel trekken.
Middelste rugleuning naar voren klappen
De ontgrendeling van de rugleuning naar voren trekken.
De betreffende rugleuning naar voren klappen.
Rugleuning achterin terugklappen
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen

Wanneer een stoel wordt versteld, kunt u of een van de inzittenden ingeklemd raken.

Bij het verstellen van een stoel mogen zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel bevinden; dit controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet vergrendelde achterbank, zitplaats achterin en rugleuning

De achterbank, zitplaatsen achterin en rugleuningen kunnen, ook tijdens het rijden, naar voren klappen.

  • Daardoor wordt de inzittende krachtiger in de veiligheidsgordel gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken.

  • Voorwerpen of bagage in de koffer‑ of bagageruimte kunnen niet door de rugleuning worden tegengehouden.

Vóór iedere rit opletten dat de achterbank, de zitplaats achterin en de rugleuning vergrendeld is.

Als de rugleuningen niet vastgeklikt en vergrendeld zijn, wordt de vergrendelingsindicator rood.

AANWIJZING Beschadiging van de veiligheidsgordel door inklemmen bij het terugklappen van de rugleuning

De veiligheidsgordel kan bij het terugklappen van de rugleuning bekneld raken en daardoor worden beschadigd.

Erop letten dat de veiligheidsgordel bij het terugklappen van de rugleuning niet bekneld raakt.
Eventueel de bestuurders- of de passagiersstoel naar voren bewegen.
De betreffende rugleuning naar achteren kantelen, tot deze vergrendelt.

Linker en rechter rugleuning: Als de rugleuning niet vastgeklikt en vergrendeld is, is de rode vergrendelingsindicator zichtbaar.

Middelste rugleuning: Als de rugleuning niet vastgeklikt en is vergrendeld, is de rode vergrendelingsindicator zichtbaar.

Opbergvak onder de bagageruimtebodem openen of sluiten
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door open bagageruimtebodem

Als met geopende bagageruimtebodem wordt gereden, kunnen voorwerpen rondslingeren en daarbij inzittenden raken. Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Vóór de rit altijd de bagageruimtebodem sluiten.
Openen
De handgreep omhoogtrekken.
De bagageruimtebodem aan de ontgrendelingshendel omhoogklappen.
Sluiten
De bagageruimtebodem omlaagklappen en vervolgens aan de handgreep omlaagdrukken, totdat deze vergrendelt.
Kogelhals uit- of inklappen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een niet vergrendelde kogelhals

Als de kogelhals niet vergrendeld is, kan de aanhangwagen losraken.

De kogelhals altijd zoals beschreven vergrendelen.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door uitzwenken van de kogelhals

Wanneer de kogelhals wordt ontgrendeld of bij het inklappen niet correct wordt vergrendeld, kan deze uitzwenken.

In het zwenkbereik van de kogelhals bestaat gevaar voor letsel!

De kogelhals alleen ontgrendelen als het zwenkbereik vrij is.
Altijd controleren dat de kogelhals bij het inklappen vergrendelt.
AANWIJZING Verhoogd risico op materiële schade door uitgeklapte kogelhals
Als geen aanhangwagen is aangekoppeld en geen fietsdrager is gemonteerd, de kogelhals inklappen of bij een volledig elektrische aanhangwagenvoorziening de kogelhals inzwenken.
AANWIJZING Beschadiging van de auto door verkeerd gebruik van de aanhangwagenvoorziening

Bij het bergen van de auto door het lostrekken met behulp van de aanhangwagenvoorziening kan de auto of de aanhangwagenvoorziening zelf beschadigd raken.

De aanhangwagenvoorziening alleen gebruiken voor het trekken van een aanhangwagen of voor de bevestiging van goedgekeurde dragersystemen, bijvoorbeeld een fietsdrager.
Voorwaarden
  • De auto is beveiligd tegen wegrollen.

  • Het zwenkbereik is vrij.

  • De aanhangwagenkabel of adapterstekker is verwijderd.

Kogelhals uitklappen
Aan de toets trekken, tot de kogelhals ontgrendelt.

De kogelhals klapt onder de achterbumper uit.

Het controlelampje knippert.

De kogelhals in de richting van de pijl drukken tot deze hoorbaar in de verticale stand vergrendelt.

Het controlelampje in de toets voor ontgrendeling van de kogelhals dooft.

Wanneer de kogelhals niet veilig is vergrendeld, verschijnt op het instrumentendisplay de displaymelding Trekhaak Vergrendeling control..

De afdekkap van de kogelkop verwijderen en veilig opbergen.

Erop letten dat de kogel van de kogelhals schoon is. Controleren of de trekhaak volgens de voorschriften van de betreffende aanhangwagen ingevet of droog (zonder vet) moet worden gebruikt.

Kogelhals inklappen
Aan de toets trekken, tot de kogelhals ontgrendelt.

De kogelhals klapt onder de achterbumper weg.

Het controlelampje knippert.

De kogelhals in de richting van de pijl drukken tot deze achter de bumper hoorbaar vergrendelt.

Het controlelampje dooft en de melding op het instrumentendisplay verdwijnt.

Raadpleeg de informatie over de weergaven in het combi-instrument:
  • Waarschuwings- en controlelampjes meer

  • Displaymeldingen meer

Overzicht van de sjorogen

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen meer.

Sjorogen (auto's met doorlaadmogelijkheid achterbank)
Overzicht van de voorste opbergvakken
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ongeschikt opbergen van voorwerpen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondvliegen en daardoor inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en houders voor mobiele telefoons bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen.
Altijd erop letten dat voorwerpen niet uit opbergvakken, bagagenetten of opbergnetten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aanvang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te grote voorwerpen altijd in de bagageruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.

Opbergvakken in de portieren
Opbergvak in de armsteun, voorzien van aansluitingen voor multimedia- en usb-aansluiting
Opbergvak in de middenconsole voorin met usb-aansluiting
Dashboardkastje
Dashboardkastje ver- of ontgrendelen
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ongeschikt opbergen van voorwerpen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondvliegen en daardoor inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en houders voor mobiele telefoons bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen.
Altijd erop letten dat voorwerpen niet uit opbergvakken, bagagenetten of opbergnetten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aanvang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te grote voorwerpen altijd in de bagageruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.

De noodsleutel een kwart omwenteling rechtsom (vergrendelen) of linksom (ontgrendelen) draaien.